De stijl

Pencak Silat is werelwijd bekend als een effectieve maar vooral ook sierlijke vechtkunst. Met name het laatste aspect is iets wat vreemd is aan Silat Barongsai. Alhoewel het als een sierlijke stijl (Kembangan) is uit te voeren, maken sierlijke bewegingen geen wezenlijk onderdeel uit van de training De stijl is al enige honderden jaren oud en al die tijd is de ontwikkeling gebaseerd op het functionele aspect, dus geen omslachtige en overbodige bewegingen. Om de leerlingen voor te bereiden op de asli (oorspronkelijke) training is er in de jaren zeventig wel een serie van nieuwe technieken ontwikkeld. De toevoeging van de aan de huidige tijd aangepaste basistraining en technieken heeft echter niets veranderd aan de oude asli Langkahs (gevechtslopen).

De originaliteit van de vechtstijl is ooit tijdens een bezoek van Leonard aan Bogor (Indonesië) onderschreven door de toenmalige Pendekar van PS Padjadjaran, Pak Siddiq. Na een demonstratie door Leonard merkte deze gevestigde Pendekar op dat hij dit type asli silat ooit zelf had willen leren maar nooit de leraar heeft kunnen vinden die zijn wens kon waarmaken.

Tot op heden is de originele asli ook niet beïnvloed door contacten met andere vechtkunsten. De belangrijkste reden hiervoor is dat elke toevoeging zou moeten passen in en bij de bestaande technieken, zonder afbreuk te doen aan de vloeiende en natuurlijke functionele technieken. Een vechtstijl moet in onze filosofie zo zijn opgebouwd en worden onderwezen dat de vechters de technieken op een natuurlijke instinctieve manier van handelen gaan gebruiken. Elke nieuwe toevoeging moet deze toets doorstaan en tot op heden zijn er geen die aanleiding geven voor toevoegingen aan de asli van Barongsai.

In de stijl zitten twee belangrijke hoofdstromingen verwerkt, de “punt en cirkel”-technieken van het Sundanese Silat en de meer “recht-toe-recht-aan” Pukulan Betawi technieken. Deze zijn verweven in een serie asli Langkahs die al sinds jaar en dag de basis vormen van de stijl. In vergelijking met de meeste stijlen onderscheidt de Barongsai-stijl zich ondermeer door een natuurlijke stand van de vuisten bij het stoten, het synchroon werken met handen en voeten en de wijze waarop lage technieken (zoals de rol-, val- en veegtechnieken) worden uitgevoerd.

Om de asli stijl van Barongsai onder de knie te krijgen is een degelijke ondergrond een onmisbaar element. De stijl is compleet. Dat wil zeggen dat een gevorderde beoefenaar niet alleen thuis is in de hogere standen en technieken van de vechtkunst maar van 'hoog tot laag' vallend en rollend aanval- en verdedigingstechnieken beheerst en razendsnel kan uitvoeren. De lage lopen en standen van de vechtstijl zijn over het algemeen zo zwaar dat ze voor de meeste beginners niet vol te houden zijn. Om deze reden hebben de eerste ‘Nederlandse’ Guru’s Leonard van Schukkmann en Roy van der Hijde onder het keurend oog van hun Guru en grootvader Paatje Beijnon een basistraining ontwikkeld die nieuwe leerlingen de mogelijkheid biedt om voorbereid te worden op de technieken van het asli en dus op het oorspronkelijke zware deel van de training. Leonard ontwikkelde met zijn ruime ervaring in de stijl de basis verder uit tot een compleet geheel die vloeiend aansloot op de asli-training van Silat Barongsai. De technieken uit de basis opleiding zijn daardoor zo nauw verwant aan de oorspronkelijke technieken dat een zich leerling na verloop van tijd zal ontdekken dat alles één blijkt te zijn.